Studielift Doorstroomprogramma's po-vo

Als er meer subsidie wordt aangevraagd dan beschikbaar is gesteld door middel van het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond, wordt er voorrang verleend aan de aanvragen voor scholen in Caribisch Nederland (de BES-eilanden). Indien er nog middelen resteren, wordt vervolgens voorrang verleend aan aanvragen met in ieder geval één een po-vestiging die een positieve achterstandsscore hebben volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Als er dan nog middelen over zijn, zal er na afloop van de aanvraagperiode een loting plaatsvinden. De loting vindt plaats per regio. De regio waarin aanvragen meeloten wordt bepaald op basis van de locatie waar de aanvrager is gevestigd. Per regio zijn de volgende percentages van het subsidieplafond beschikbaar: regio noord: 36,5%, regio midden: 36,5% regio zuid: 27% Veranderingen aanvraag en meldingsplicht Wat gebeurt er als er minder leerlingen hebben meegedaan dan opgegeven in de aanvraag? De aanvrager tracht deelnemers het gehele doorstroomprogramma aan te bieden. Indien een deelnemer het doorstroomprogramma voortijdig afbreekt, mag in diens plaats een andere deelnemer worden geselecteerd. Als een leerling uitstroomt naar een vo-vestiging die nog geen onderdeel is van het doorstroomprogramma, en deze vo-vestiging doet niet mee aan een ander doorstroomprogramma, dan mag deze school worden toegevoegd aan de aanvraag. Hiervoor moet een schriftelijk verzoek tot wijziging van de subsidie bij DUS-I worden ingediend om deze vo-school toe te laten. Dat kan per e-mail via ocwsubsidies@minvws.nl. Let op: meldingsplicht: Als minder dan 85% van het geprognosticeerde aantal leerlingen hebben meegedaan aan het doorstroomprogramma moet u hier zo snel mogelijk melding van maken. De subsidie wordt lager vastgesteld. Wat gebeurt er als blijkt dat het programma uit minder dan 100 klokuren bestaat? Als blijkt dat het doorstroomprogramma uit minder dan 100 klokuren bestaat, dan moet u hier zo snel mogelijk melding van maken. De subsidie wordt in dit geval lager vastgesteld. Als het tekort aan klokuren toe te rekenen is aan de uitbraak van het coronavirus, dan mag het doorstroomprogramma uit minder dan 100 klokuren bestaan. U moet in dit geval alsnog melding maken, waaruit blijkt dat het onmogelijk is om het programma te verlengen. Ik kan het doorstroomprogramma niet uitvoeren volgens de subsidieaanvraag vanwege de uitbraak van het coronavirus en/of de bijbehorende sluiting van de scholen. Wat nu? Programma verlengen Als het doorstroomprogramma niet uitgevoerd kan worden ten gevolge van het uitbraak van het coronavirus, mag u het doorstroomprogramma verlengen. Het doorstroomprogramma mag uiterlijk tot en met de maand januari van het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs verlengd worden. U moet wel om toestemming vragen om dit doorstroomprogramma te verlengen. 18

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc3MDc=